Hoogwater in het bos

Door de record hoeveelheid neerslag in het afgelopen half jaar is op veel plaatsen de bodem verzadigd. Het water kan alleen over het oppervlak weg stromen naar lagere delen. Gelukkig liggen hier voornamelijk vennen, natuurlijke graslanden, bossen en beekdalen. De natuur had na vier jaar droogte behoefte aan water. We zien kalkrijke of ijzerhoudende grondwater dat onder druk naar boven komt. Dit hebben we lang niet hebben gezien. De enorme hoeveelheid neerslag in de Kempen had niemand verwacht. Nu staat al maanden het water tot maaiveld. Veel bossen op de Landschotse Heide, op De Utrecht en in de beekdalen van de Reusel en de Beerze staan onder water. De langwerpige ophogingen die gelegen zijn tussen greppels, staan na een halve eeuw weer vol. Ze doen weer waarvoor ze vroeger bedoeld waren.

Wat zijn eigenlijk de effecten op het bos en de bomen?

Is al dit water wel wenselijk? Helaas is deze vraag niet simpel te beantwoorden. De bossen hebben de afgelopen jaren veel geleden onder de droogte en een aantal extreem warme dagen. Hierdoor gaan ze achteruit; er ontstaat wortel- en taksterfte en zijn ze vatbaarder voor ziektes. Nu ervaren de bossen juist veel nattigheid. Dit levert weer andere schade…

Wat is dan die schade?

Doordat het grondwater zó hoog staat, komen de boomwortels de hele tijd onder water staan. Zuurstof kan zo niet bij de wortels en schimmels (mycorhizza) kunnen zo hun werk niet doen; de wortels sterven af. Dit zorgt voor een indirect effect: de vitaliteit en/of stabiliteit van de boom neemt af. Na meerdere jaren van extremen zien we in boomkronen kale plekken ontstaan. De gevolgen verschillen wel per boomsoort. Soorten zoals wilgen en elzen kunnen goed tegen natte voeten. Beuken en sparren kunnen er niet goed tegen. Maar, als een beuk de nattere omstandigheden overleeft, is er goede kans op herstel van het ondergrondse/bovengrondse evenwicht. Het bovenste deel van de kroon sterft dan af, maar daaronder vormt zich een nieuwe en gezonde kroon. Eiken hebben juist moeite met grote grondwaterschommelingen. Hun wortels kunnen zich minder snel aanpassen aan de ‘nieuwe’ waterstand.

Kwetsbaar

Verder is de periode van het jaar bepalend voor het effect van wateroverlast op bossen. Met name in het groeiseizoen is een boom kwetsbaar voor een langere periode van wateroverlast. Dan hebben de nieuwe takken en bladeren voeding nodig vanuit de wortels. Als dat door niet werkende bodemschimmels stilvalt, sterft de boom dus af. Een boom kan in de winter prima een lange periode van natheid verdragen, omdat de boom dan in ‘rust’ is.

Goed bodemleven belangrijk

Bossen bestaan niet alleen uit bomen. Ze bevatten diverse flora en fauna (zoals insecten en ondergronds leven). Alle drie deze groepen hebben last van langdurig hoogwater. Flora verdrinkt en komt niet tot bloei. Het bodemleven sterft af doordat er geen zuurstof bijkomt. En insecten verliezen veel van hun schuilplaatsen en plekken waar ze hun eieren leggen. Een goed bodemleven is van groot belang voor een gezond bos. Als weersomstandigheden geleidelijk veranderen, kan een bos ‘mee bewegen’. Dan kun je denken aan periodes van honderden jaren. Op de extremen van de laatste tien jaar is een bos slecht voorbereid. Het betekent dat we door klimaatverandering soorten gaan verliezen en er een ander bosbeeld zal ontstaan. Een bosbeeld dat meer past bij extremen.